Er waren eens drie mevrouwen
Ze wisten niet van elkaars bestaan

Ze kwamen mij zomaar tegen
En spraken mij zomaar aan

De eerste liet me breeduit lachen
En was de langste tijd bij mij

De tweede wilde me iets zeggen
Wat ze voor zichzelf zei

De derde wilde me corrigeren
En was een beetje bang voor mij

Ik liep naar huis, mijn lijf was zwaar
En ik was helemaal niet blij

Wat is dat toch met die mevrouwen?
En wat is dat toch met mij?

Dat die glimlach kan verwaaien
En de narigheid dan blijft ...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *